logo

Vertelperspectief: wat je invalshoek doet met jouw verhaal

Illustratie van negen uiteenlopende brillen die verschillen van kleur en vorm.

Vertelperspectief is één van de belangrijkste onderdelen van je manuscript omdat het grote invloed heeft op de manier waarop je jouw verhaal vertelt. Daarom is het essentieel te weten welke perspectieven er zijn en wat de voor- en nadelen er zijn. In deze post heb - het allemaal voor je op een rijtje gezet.


Die stem in je hoofd die je 'hoort' als je een boek leest, komt voort uit het vertelperspectief. Of dat een ik-persoon is of een hij of zij heeft veel invloed hoe jij het verhaal als lezer ervaart. En zo zijn er nog een aantal perspectieven. 


Laten we maar eens gaan kijken welke er allemaal zijn en wanneer je die gebruikt en ook wanneer juist niet.


Wat is een vertelperspectief?

Voordat ik inga op alle wetenswaardigheden rond het fenomeen vertelperspectief is het natuurlijk handig eerst te definiëren wat een vertelperspectief is.


Het vertelperspectief (ook vertelinstantie of verteller) is in de narratologie het antwoord op de vraag 'Wie vertelt?'. Het heeft te maken met het gezichtspunt van waaruit het verhaal verteld wordt en (dus) de positie van waaruit de lezer een verhaal waarneemt. 


Dan is het natuurlijk ook handig om te weten wat narratologie is. 


Narratologie is de wetenschappelijke benadering van verhalen en vertelstructuren. Het is de studie van de kenmerken van verhalende teksten, zoals de verteltechniek, compositieschema's en de relatie tussen verteller en verhaal.


Het kiezen van het juiste vertelperspectief kan een grote impact hebben op de manier waarop het verhaal wordt ervaren door de lezer.


Als schrijver is het belangrijk te experimenteren met verschillende perspectieven en het perspectief te kiezen dat het beste past bij het verhaal dat je wil vertellen.


En als lezer is het interessant om te zien hoe verschillende perspectieven de beleving van een verhaal kunnen beïnvloeden en verrijken.


Ik-perspectief

Het ik-verteller-perspectief is een populaire manier om verhalen te vertellen in de Nederlandse literatuur. Hier lees je het verhaal vanuit het standpunt van de hoofdpersoon.


Dat zorgt voor een intieme en persoonlijke leeservaring. Als je kiest voor een ik-perspectief, krijg je direct toegang  tot de gedachten en emoties van het personage. Je vertelt het verhaal immers vanuit de ik-vorm.


Bij het gebruik van dit perspectief moet je rekening houden met een aantal kenmerken. Allereerst beleef je het verhaal alleen vanuit het oogpunt van de ik-figuur.


Dit betekent dat je als lezer geen informatie krijgt over de andere personages tenzij de ik-figuur ze persoonlijk waarneemt of ervaart. Deze beperkte blik kan zowel een voor- als een nadeel zijn, afhankelijk van de inhoud van je verhaal en de effecten die je wilt creëren.


Een ander kenmerk van dit perspectief is dat de ik-figuur zich mogelijk rechtstreeks tot de lezer richt. Hierdoor kan er een intieme band ontstaan tussen de lezer en de verteller. Dat kan het verhaal boeiender en meeslepender maken.


Enkele voor- en nadelen van het ik-verteller perspectief zijn:


Voordelen:

  • De lezer krijgt directe toegang tot de gedachten en emoties van het personage;

  • Er ontstaat een intieme band tussen de lezer en de verteller.


Nadelen:

  • De lezer krijgt alleen informatie vanuit het oogpunt van de ik-figuur, wat kan leiden tot een beperkt beeld van de situatie;

  • De geloofwaardigheid van de ik-figuur kan in twijfel getrokken worden, vooral als het personage onbetrouwbaar is.


Als je kiest voor een ik-verteller in je verhaal, is het dus belangrijk rekening te houden met deze kenmerken. Probeer ook een evenwicht te vinden tussen het creëren van een boeiende leeservaring en het bieden van voldoende informatie.


Alwetende verteller

Het mooie aan het alwetende perspectief is dat het je in staat stelt om alle aspecten van een verhaal te belichten - van personages tot hun gedachten en gevoelens. 


De alwetende verteller heeft toegang tot alle informatie over het verleden, heden en de toekomst. Ik kan als alwetende verteller bijvoorbeeld mijn lezers vertellen wat elk personage voelt, denkt, hoort en ziet.


Ik kan zo verschillende invalshoeken verkennen en een meer compleet beeld geven van de gebeurtenissen in mijn verhaal.


Een ander belangrijk kenmerk is dat de alwetende verteller boven het verhaal staat. Je neemt als verteller geen actieve rol in het verhaal, maar kijkt neer op wat er gebeurt.


Dit geeft je de vrijheid te schakelen tussen personages en diverse situaties. Hierdoor kun je ingaan op de acties, motieven en gedachten van de personages.


Maar let op, er is ook een uitdaging bij het gebruiken van dit perspectief. Als je als verteller niet zorgvuldig bent, kan het verhaal ongeloofwaardig of gefragmenteerd overkomen. Daarom moet je ervoor zorgen dat je de lezer voldoende houvast geef door de vertelstructuur helder en coherent te houden.


In mijn ervaring kan het gebruik van dit perspectief zowel voor- als nadelen hebben. Het stelt je in staat om een complex en rijk verhaal te creëren. Tegelijkertijd vereist het veel zorg en aandacht voor detail om de lezer bij de les te houden.


Personale verteller

De personale verteller is een boeiend vertelperspectief dat vaak wordt gebruikt in romans en korte verhalen. In dit vertelperspectief volgt de verteller de gebeurtenissen vanuit het oogpunt van één personage.


Dit betekent dat je als verteller alleen maar datgene beschrijf wat het personage ziet, hoort en denkt.


Een belangrijk kenmerk van de personale verteller is dat je niet alwetend bent. Je weet alleen wat je personage weet. Dat creëert een gevoel van nabijheid met het personage voor de lezer. Dit komt omdat de lezer het verhaal beleeft door de ogen van het personage.


Hier zijn enkele voorbeelden van veelvoorkomende elementen die je kunt verwachten bij het gebruik van een personale verteller:


  1. Derde persoon: je vertelt het verhaal in de hij- of zij-vorm;

  2. Beperkte kennis: je beschrijft alleen de gedachten, gevoelens en ervaringen van het gekozen personage;

  3. Onzichtbare verteller: de verteller lijkt onzichtbaar, en het verhaal vertelt als het ware zichzelf.


Een personale verteller kan veel voordelen bieden voor je verhaal, zoals een groter gevoel van betrokkenheid bij het personage en een grotere focus op hun ervaringen.


Maar hij kan ook beperkingen met zich meebrengen, zoals het niet kunnen onthullen van informatie die buiten de kennis van je personage valt. Overweeg daarom zorgvuldig of dit vertelperspectief geschikt is voor jouw verhaal en personages.


Auctoriaal perspectief

Het auctoriaal vertelperspectief wordt gekenmerkt door een alwetende verteller die niet direct deelneemt aan het verhaal. Zo'n verteller beschikt over alle informatie over de personages, gebeurtenissen en gedachten in het verhaal. 


In de auctoriale vertelsituatie staat de verteller als het ware boven het verhaal. Dit betekent dat hij of zij er niet direct deel van uitmaakt, maar wel een compleet overzicht heeft over wat er gebeurt.


Deze verteller is in staat om de gedachten en gevoelens van alle personages te kennen en kent alle gebeurtenissen uit het verleden, en die in het heden en de toekomst plaatsvinden.


Een auctoriaal perspectief heeft verschillende voordelen. Zoals de mogelijkheid om de lezer meer informatie te geven over de personages en hun beweegredenen. De alwetende verteller kan immers meer achtergrondinformatie geven dan een personage zelf zou kunnen of willen delen.


Verder kan de verteller soms direct tot de lezer spreken. Dit zorgt voor een meer intieme band tussen de verteller en de lezer, terwijl de verteller tegelijkertijd afstand blijft houden van de gebeurtenissen in het verhaal.


Een nadeel van het auctoriaal perspectief is dat het soms als ouderwets kan worden ervaren door lezers die gewend zijn aan meer persoonlijke vertelperspectieven, zoals het ik-perspectief.


Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een goede balans tussen het verschaffen van informatie en het behouden van spanning en interesse bij de lezer.


Meervoudig perspectief

Bij een meervoudig perspectief vertel je het verhaal vanuit verschillende personages. Een interessant perspectief omdat het de lezer in staat stelt om de gedachten en ervaringen van meerdere personen te volgen en zo een rijker en genuanceerder beeld van het verhaal te krijgen.


Een voorbeeld van een boek dat gebruikmaakt van meervoudig perspectief is De geruchten van Hugo Claus. In dit verhaal wisselt het perspectief per hoofdstuk tussen verschillende personages, waardoor je als lezer verschillende invalshoeken krijgt en een dieper begrip van het verhaal ontwikkelt.


Kenmerken typerend voor meervoudig perspectief:


  1. Meerdere personages: het verhaal wordt verteld door meer dan één personage. Dit zorgt voor afwisseling en kan verrassende plotwendingen opleveren;

  2. Verschillende gezichtspunten: elk personage heeft zijn of haar eigen visie op de gebeurtenissen in het verhaal. Dit zorgt voor een complexer en realistischer geheel;

  3. Verschillende stijlen: omdat elk personage zijn of haar eigen stem en stijl heeft, kan de schrijfstijl per personage variëren.


Een voordeel van meervoudig perspectief is dat het kan leiden tot een dieper begrip van het verhaal en de personages.


Door de gedachten en inzichten van meerdere personages te verkennen, krijg je als lezer een breder beeld van de gebeurtenissen en kun je beter begrijpen waarom personages handelen zoals ze doen. Bovendien kan het wisselende perspectief de spanning verhogen en voor verrassende wendingen zorgen.


Het belangrijkste nadeel van deze verteltechniek is dat het complexer is voor zowel de schrijver als de lezer. Het kan lastig zijn om de verschillende perspectieven op een natuurlijke en overtuigende manier te combineren. Als lezer kan het soms verwarrend zijn om tussen verschillende personages en gezichtspunten te schakelen.


Illustratie van twee brillensoorten die elkaar steeds afwisselen als een symbool voor een verschillend vertelperspectief.


Jij- en wij-perspectief

Het jij- en wij-perspectief zijn twee zeldzaam gebruikte vertelperspectieven, maar ze kunnen een uniek en fris geluid geven aan een verhaal.


Jij-perspectief (tweede persoon)

Bij het jij-perspectief (jij-vorm) wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van de tweede persoon, waarbij 'jij' of 'u' wordt gebruikt als het onderwerp van de zinnen. Dit vertelperspectief stelt de lezer in staat zich direct te identificeren met het personage, alsof hij of zij het verhaal zelf beleeft.


Voorbeeld:

  • Jij loopt door een donker bos, de bladeren kraken onder je voeten. Je voelt een koude rilling langs je rug lopen terwijl je verder het pad afloopt.


Wij-perspectief (eerste persoon meervoud)

Het wij-perspectief (wij-vorm) wordt gekenmerkt door het gebruik van 'wij' of 'ons' als het onderwerp van de zinnen. Deze vertelvorm is uniek omdat het de lezer een gevoel van verbondenheid met een groep personages kan geven, alsof ze deel uitmaken van een gemeenschap of een collectief.


Voorbeeld:

  • Wij waren de eersten die voet op het onbekende eiland zetten. De golven kabbelden zachtjes om ons heen terwijl we ons pad zochten door het dichte groen.


Het gebruik van jij- en wij-perspectief kan een uitdaging zijn, maar biedt interessante mogelijkheden. Door de lezer erbij te betrekken, kun je als schrijver een meer meeslepende en unieke leeservaring creëren.


Als je overweegt om één van deze vertelperspectieven in je verhaal te gebruiken, raad ik je aan te experimenteren en te zien welke het beste bij jouw stijl en verhaal past.


Een vertelperspectief kiezen

Welk vertelperspectief past bij jouw verhaal? Hierin dee juiste keuze maken is essentieel voor het schrijven van je verhaal. Hoe je dat doet, lees je hieronder.


Allereerst is het belangrijk te beseffen door wiens ogen je het verhaal wilt vertellen. Het perspectief kan variëren van de ogen van een kind tot die van een oma, of zelfs van de minnaar of de echtgenoot. Als je eenmaal hebt besloten welk personage je wil volgen, kun je beginnen met het bepalen van het type vertelperspectief.


Er zijn drie veelvoorkomende vertelperspectieven:


  1. Eerste persoon: je vertelt het verhaal vanuit het perspectief van de ik-figuur. Dit stelt je in staat om de gedachten, gevoelens en ervaringen van het personage op een persoonlijke manier over te brengen. Een voordeel van dit perspectief is dat lezers zich makkelijker kunnen identificeren met het personage.

  2. Derde persoon beperkt: met dit perspectief kun je het verhaal vanuit het oogpunt van een enkel personage te vertellen, maar dan in de hij- of zij-vorm, een hij/zij-perspectief dus, of personele verteller. Je hebt hierbij alleen toegang tot de gedachten en gevoelens van dit personage, waardoor je het verhaal objectiever kunt vertellen. 

  3. Alwetende verteller: in dit vertelperspectief ben je als schrijver als het ware een alwetende verteller die alles weet over de personages, hun gedachten, gevoelens en acties. Je kunt zonder beperking switchen tussen verschillende personages en gebeurtenissen. Een nadeel van dit perspectief is dat het soms lastiger kan zijn voor lezers om zich te identificeren met een personage.


Bij het kiezen van jouw vertelperspectief is het handig om na te denken over de onderliggende thema's en doelen van jouw verhaal. Als je jouw lezers bijvoorbeeld een diepgaand inzicht in de gedachten en gevoelens van een personage wil geven, kan het eerste persoonsperspectief een goede keuze zijn.


Wil je een breder beeld schetsen van de gebeurtenissen en verschillende personages, dan kan een alwetende verteller een betere keuze zijn.


Om de juiste keuze te maken voor je verhaal, kun je de volgende aspecten overwegen:


  • De sfeer die je wil creëren: meer intimiteit of juist een breder overzicht;

  • De complexiteit van het verhaal: welk perspectief past het beste bij de verschillende lagen van het verhaal;

  • De personages: zijn er bepaalde personages die je dieper wil verkennen, of wil je dat de lezer een breder beeld krijgt van alle personages.


Het belangrijkste is om te experimenteren met de verschillende vertelperspectieven en te ontdekken welke het beste bij jouw verhaal en schrijfstijl past. Zo zorg je ervoor dat jouw verhaal op een boeiende en effectieve manier wordt verteld.


Voor- en nadelen van verschillende vertelperspectieven

Alle hierboven besproken perspectieven hebben zo hun voor- en nadelen. Hieronder heb ik ze overzichtelijk op een rijtje gezet zodat je eenvoudig een keuze kunt maken welke voor jou het beste kan werken:


Vertelperspectief Voordelen Nadelen
Ik-perspectief Intiem, persoonlijk, gemakkelijke identificatie Beperkt perspectief, mogelijke onbetrouwbaarheid
Alwetende verteller Inzicht in gedachten van alle personages, gevoel van controle Afstandelijk, moeilijker te identificeren met personages
Personale verteller Focus op één personage, persoonlijker dan alwetend Beperking tot één perspectief
Auctoriaal perspectief Inzicht in meerdere perspectieven, verteller met controle Minder persoonlijke verbinding met personages
Meervoudig perspectief Rijkere verhaalervaring, inzicht in meerdere personages Mogelijk verwarrend, minder focus op hoofdpersoon
Jij- en wij-perspectief Unieke invalshoek, directe interactie met de lezer Kan onnatuurlijk overkomen, moeilijk om te schrijven


De dynamiek van meerdere perspectieven

Je kunt ook verschillende perspectieven in één verhaal gebruiken. Ze kunnen (meer) diepgang geven aan je verhaal. Meerdere perspectieven stellen je lezer in staat om de gedachten en ervaringen van meerdere personages te volgen. Dat resulteert in een genuanceerder en rijker verhaal.


In dit soort verhalen zie je vaak de volgende kenmerken:

  • Wisselende gezichtspunten: de gedachten en gevoelens van verschillende personages worden belicht, waardoor je lezer beter kan begrijpen wat elk personage doet en voelt;

  • Afwisseling in scènes: door van perspectief te wisselen, krijgt je lezer meer inzicht in de ontwikkeling van het verhaal en de gebeurtenissen die zich voordoen;

  • Verbindingen tussen personages: je lezer 'ziet' hoe de relaties tussen personages zich ontwikkelen als je hun gedachten en gevoelens vanuit verschillende hoeken kunt zien.


Toch raad ik je aan voorzichtig te zijn met het aantal perspectieven dat je in een verhaal introduceert. Te veel perspectieven kunnen ervoor zorgen dat je lezer het overzicht verliest en moeite heeft zich echt betrokken te voelen bij de personages. 


Maar een beperkt aantal perspectieven kan goed werken. Zo krijgt je lezer de kans om diepgaand met de personages in het verhaal te verbinden en zich in hun situaties in te leven.


Een balans vinden in het gebruik van verschillende perspectieven is belangrijk voor een succesvol en boeiend verhaal. Je lezer kan verschillende perspectieven waarschijnlijk waarderen zolang het verhaal duidelijk en meeslepend blijft.


Veelgestelde vragen


Wat zijn de vier meest voorkomende vertelperspectieven?

De vier meest voorkomende vertelperspectieven zijn het ik-perspectief, hij/zij-perspectief, alwetende verteller en de auctoriale verteller. Het ik-perspectief wordt verteld vanuit het hoofdpersonage, terwijl het hij/zij-perspectief wordt verteld vanuit de derde persoon.


De alwetende verteller kent alle gedachten en gevoelens van de personages, en de auctoriale verteller geeft commentaar op het verhaal.


Hoe herken je een alwetende verteller?

Een alwetende verteller kun je herkennen aan het feit dat hij of zij alle gedachten en emoties van de personages kent. Deze verteller kan ook informatie geven over gebeurtenissen die buiten het directe bereik van de personages liggen.


Dit vertelperspectief biedt een overzicht van het hele verhaal, waardoor de lezer inzicht krijgt in de gedachten en gevoelens van alle personages.


Wat is een voorbeeld van een personale verteller?

Een personale verteller is een verteller die het verhaal vertelt vanuit de derde persoon, maar beperkt zich tot de ervaringen en gedachten van één personage. Een voorbeeld van een personale verteller is de verteller in een verhaal waarin de lezer alleen de gedachten en gevoelens van het hoofdpersonage kent. Dat terwijl de meningen en drijfveren van andere personages alleen indirect worden onthuld via dialogen en handelingen.


Kun je een auctoriale verteller uitleggen?

Een auctoriale verteller is een verteller die het verhaal vertelt vanuit de derde persoon en commentaar geeft op de gebeurtenissen en personages. Deze verteller kan inzicht geven in de gedachten en emoties van de personages, maar heeft ook de vrijheid om commenteer te leveren op het verhaal.


Dit soort verteller heeft vaak een kenmerkende stijl of toon en wordt soms gebruikt om humor of ironie in het verhaal te brengen.


Wat is het verschil tussen een vertellende ik-verteller en een ik-vertelperspectief?

Een vertellende ik-verteller is een verteller die het verhaal vertelt vanuit de eerste persoon en zichzelf als personage in het verhaal plaatst. Het ik-vertelperspectief daarentegen wordt verteld vanuit de eerste persoon, maar richt zich op de ervaringen en gedachten van het hoofdpersonage zonder dat de verteller zelf deelneemt aan het verhaal.


Het belangrijkste verschil tussen deze twee perspectieven is de aanwezigheid van de verteller als personage in het verhaal.

Twee bruine handen reiken naar elkaar ter illustratie van een post over hulpwerkwoorden.
24 jan., 2024
Hulpwerkwoorden: vaak onopvallende woordjes die een zin kunnen maken of breken. Hebben, zijn, worden, kunnen, mogen - ze lijken onmisbaar. Maar wat als je deze vaak overbodige hulpwerkwoorden eens weglaat? Wat blijkt, teksten worden zowaar sterker als je hulpwerkwoorden waar mogelijk schrapt. Het gaat om meer dan alleen een persoonlijke stijlkeuze ; het is een bewuste strategie om je tekst meer impact te geven. Dit proces van schrappen heeft alles te maken met actief schrijven . Door minder hulpwerkwoorden te gebruiken, forceer je jezelf om directer en concreter te zijn . Je zult ontdekken dat je zinnen krachtiger, je argumenten overtuigender en je hele tekst prettiger leesbaar worden. Het kan even puzzelen zijn, maar als je eenmaal wanneer je ze kunt weglaten en hoe je dat doet, schrijf je vlotter. In deze post leg ik je alles uit wat je moet weten. Lees dus vooral verder! Belangrijkste punten van deze post: Schrappen van hulpwerkwoorden maakt je tekst krachtiger; Actief schrijven betrekt lezers beter en verduidelijkt je boodschap; Minder hulpwerkwoorden zorgen voor een vlottere en duidelijkere tekst. Wanneer hulpwerkwoorden schrappen? Als je schrijft, wil je dat je teksten helder en krachtig overkomen. Het schrappen van overbodige hulpwerkwoorden draagt hier in grote mate aan bij. Identificeren van overbodige hulpwerkwoorden Check eerst of hulpwerkwoorden echt nodig zijn. Vaak gebruik je automatisch woorden als 'zullen', 'kunnen' of 'worden'. Dat maakt zinnen onnodig lang en soms vaag. Als je merkt dat een zin ook zonder deze woorden duidelijk is, dan is dat een teken om ze te schrappen. Verbeteren van zinsconstructies Door het schrappen van hulpwerkwoorden, dwing je jezelf tot het verbeteren van je zinsconstructies. Maak je taalgebruik actiever, vermijd overbodige vormen zoals ‘zullen’, ‘zouden’, ‘gaan’ en ‘mogen’ en gebruik meer to-the-point-uitspraken. Vergelijk maar eens 'Het zal worden overwogen' met 'We overwegen het'. Welke van deze twee zinnen spreekt je meer aan? De tweede variant is directer en houdt je lezer meer betrokken. Vermijd passief schrijven Passief schrijven maakt teksten vaak log en onpersoonlijk. Een passieve zin is een zin waarin het onderwerp niet de handeling uitvoert, maar ondergaat. Probeer daarom actieve zinnen te formuleren door te kijken wie of wat handelt . Verander bijvoorbeeld de passieve zin 'De bal wordt door de jongen geschopt' in de actieve zin 'De jongen schopt de bal'. Hiermee zorg je voor meer dynamiek en energie in je tekst. Het belang van actief schrijven Actief schrijven maakt je teksten directer en daardoor prettiger leesbaar. Het gaat hierbij om het gebruik van de bedrijvende vorm, waarbij het onderwerp van de zin de actie uitvoert. In plaats van te zeggen 'de bal wordt door de jongen geschopt', zeg je 'de jongen schopt de bal'. Je ziet het verschil: de zin wordt energieker en komt sneller ter zake. Waarom kiezen voor een actieve schrijfstijl? Teksten zijn levendiger als je de hulpwerkwoorden schrapt; Teksten worden korter en krachtiger; Informatie is makkelijker te verwerken; Het geeft een overtuigender gevoel, alsof je meer betrokken bent bij het onderwerp. Denk aan hoe je overkomt als je passieve zinnen en termen als ‘worden’ en ‘zijn’ te veel gebruikt. In een actieve zin ben je de baas over je eigen woorden . Hierdoor creëer je een sterkere verbinding met je lezers, omdat ze voelen dat je met hen praat, niet alleen tegen hen. Dit betekent niet dat je nooit passieve zinnen moet gebruiken, maar als je de mogelijkheid hebt om actief te schrijven, doe dat dan vooral! Zorg ervoor dat je zinnen vol energie zitten. Zo ben je de leider van je verhaal. Door een actieve stijl te gebruiken, maak je je tekst levendiger en actiever, wat weer een positief effect heeft op hoe je boodschap wordt ontvangen. Wil je meer weten over het oh zo belangrijke actief schrijven , klik dan op de link. Soorten hulpwerkwoorden en hun functies Nu wil ik hier zeker niet de indruk wekken dat hulpwerkwoorden overbodig zijn. Ze bestaan niet voor niets. Hulpwerkwoorden zijn soms onmisbaar om nuances in je zinnen aan te brengen . Je gebruikt ze om tijd, modaliteit en een passieve toon te verwerken. Modaliteit en hulpwerkwoorden Modaliteit gaat over wat jij als spreker denkt over de actie die je beschrijft. Er zijn verschillende hulpwerkwoorden van modaliteit die je helpen uiten wat je mogelijk, noodzakelijk of wenselijk vindt. Voorbeelden hiervan zijn kunnen, mogen, willen, zullen en zouden. Elk van deze werkwoorden geeft een andere nuance aan. Kunnen geeft een mogelijkheid of capaciteit aan; Mogen duidt op toestemming; Willen staat voor een wens of verlangen; Zullen wordt gebruikt om de toekomst of een verwachting aan te duiden; Zouden is om over een voorwaardelijke situatie te praten. Hulpwerkwoorden in combinatie met andere werkwoorden Hulpwerkwoorden komen vaak voor in combinatie met een ander werkwoord. Daarom heten ze tenslotte hulpwerkwoord. Samen vormen ze een samengestelde werkwoordstijd of drukken ze een modaliteit uit. In deze combinaties is het hulpwerkwoord niet zelfstandig; het ondersteunt het hoofdwerkwoord om de betekenis te vormen. Voorbeeld: In de zin 'Ik kan zwemmen', is 'kan' het hulpwerkwoord dat de mogelijkheid toevoegt aan het zelfstandig werkwoord 'zwemmen'. Hulpwerkwoorden in de lijdende vorm Voor een lijdende vorm gebruik je hulpwerkwoorden als 'worden' en 'zijn' om aan te geven dat iets door iemand anders gedaan wordt. Hierbij ligt de focus op de handeling die ontvangen wordt in plaats van op degene die de handeling uitvoert. Voorbeelden: 'De brief wordt geschreven' toont aan dat het schrijven van de brief momenteel gebeurt; In de voltooide lijdende vorm, zoals 'De brief is geschreven' geeft 'is' aan dat de actie is afgerond. Strategieën voor het schrappen van hulpwerkwoorden Als je teksten schrijft, wil je natuurlijk dat jouw boodschap helder en overtuigend is. Overbodige hulpwerkwoorden schrappen is daarvoor een uitstekende manier. Hieronder heb ik een paar tactieken opgesomd die je daarbij kunnen helpen. Slimme keuzes in woordgebruik Goed, het moge inmiddels duidelijk zijn dat je hulpwerkwoorden zoveel mogelijk probeert te vermijden. Dit doe je door jezelf af te vragen of ze echt iets toevoegen aan de zin . Vaak kun je een zin sterker maken door direct het hoofdwerkwoord te gebruiken. Verander bijvoorbeeld 'hij is aan het lopen' in 'hij loopt'. Zo schrijf je meteen een meer actieve zin. Het belang van sterke werkwoorden Gebruik sterke werkwoorden om je tekst levendiger te maken. Zo kun je hulpwerkwoorden vermijden. Want sterke werkwoorden hebben meer zeggingskracht en laten vaak een hulpwerkwoord weg. Ze geven de lezer een helder beeld en zorgen ervoor dat je actief schrijft. Kijk bijvoorbeeld naar de zin 'Ze kunnen winnen' en vergelijk die met de zin 'Ze winnen'; de tweede optie is directer en krachtiger. Al is de betekenis hier niet hetzelfde, dus let altijd op de context. Schrappen in verschillende schrijffasen Zie het schrapen van hulpwerkwoorden als een proces dat meerdere schrijffasen bestrijkt. Begin bij de eerste versie van je tekst door gewoon te schrijven. Laat de tekst dan even liggen en pak 'm er opnieuw bij om te schrappen. De beste keuze kun je vaak maken met een frisse blik, waarmee je vervolgens onnodige hulpwerkwoorden weglaat en (dus) je tekst aanscherpt. Zet je zinnen kracht bij Gebruik concrete en to-the-point formuleringen om je zinnen krachtiger te maken. Dit maakt je boodschap duidelijker en geeft de lezer meer vertrouwen in wat je zegt, vooral als je woorden die twijfel uitdrukken (zoals misschien, mogelijk, wellicht en waarschijnlijk), die vaak overbodig zijn, vermijdt. Tip: probeer bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven) en bijwoorden (adverbials) die weinig toevoegen ook zoveel mogelijk weg te laten. Tips voor het redigeren van teksten Als je je eerste versie hebt geschreven, redigeer je tekst dan grondig. Kijk of je passieve zinnen met ‘worden’ en ‘zijn’ naar actieve zinnen kunt ombuigen en verwijder woorden die niets toevoegen. Tip: lees je teksten hardop voor om te horen waar de tekst niet soepel loopt of onduidelijk is. Het effect van hulpwerkwoorden op leesbaarheid en duidelijkheid Hulpwerkwoorden kunnen een tekst onnodig lang en minder duidelijk maken. Het slim inzetten of weglaten ervan verbetert vaak zowel de leesbaarheid als de duidelijkheid. Waarom hulpwerkwoorden de leesbaarheid beïnvloeden Hulpwerkwoorden zijn vaak ballast in je zinnen. Ze maken een tekst langer dan nodig zonder extra informatie te geven. Dat is niet handig. Zeker niet bij nieuwsbrieven, e-mails of webteksten; je wil snel tot de kern komen. Een zin met bijvoorbeeld tien woorden kun je terugbrengen naar zes of zeven. Dit maakt je tekst niet alleen korter, maar ook prettiger leesbaar. Stel dat je een opsomming maakt, dan leest een directe stijl veel vlotter. Met hulpwerkwoord: je zou ervoor kunnen zorgen dat je teksten korter en krachtiger overkomen; Zonder hulpwerkwoord: maak je teksten korter en krachtiger. Duidelijkheid en bondigheid in schrijven Hulpwerkwoorden weghalen helpt om zinnen bondiger te maken en dus duidelijker. Bij nieuwsbrieven bijvoorbeeld, wil je dat je lezer meteen snapt waar het om gaat. Kijk eens kritisch naar je voorbeeldzinnen en let op het gebruik van ‘worden’ en ‘zijn’. Haal weg wat niet nodig is en je houdt een heldere boodschap over, zonder voltooid deelwoord-constructies met 'worden'. Met hulpwerkwoord: het kan zijn dat je lezers niet direct begrijpen wat je bedoelt; Zonder hulpwerkwoord: zorg dat je lezers direct begrijpen wat je bedoelt. Veelgestelde vragen Hoe kan overmatig gebruik van hulpwerkwoorden je tekst beïnvloeden? Overmatig gebruik van hulpwerkwoorden kan je tekst onnodig lang en minder direct maken. Het kan de aandacht van de kernboodschap afleiden. Dat leidt tot een zwakkere overtuigingskracht. Hoe draagt het verminderen van hulpwerkwoorden bij aan de kracht van je boodschap? Hulpwerkwoorden schrappen zorgt voor een bondigere en sterkere zinsbouw. Hierdoor staan je hoofdwerkwoorden en -boodschappen centraal, wat je argumenten krachtiger maakt. Wat zijn de voordelen van het elimineren van overbodige hulpwerkwoorden in teksten? Door overbodige hulpwerkwoorden te schrappen, maak je jouw tekst directer en beter leesbaar. Dit verbetert de helderheid en zorgt dat je lezer sneller tot de kern komt. Kun je een voorbeeld geven van een tekst voor en na het schrappen van hulpwerkwoorden? Zeker! Voor: 'Je zou kunnen overwegen om je inschrijving te bevestigen'. Na: 'Bevestig je inschrijving'. De aangepaste versie is directer en actiever.
Roze bijl op een helblauwe achtergrond ter illustratie van het splitsen van een zin in twee zinnen.
24 jan., 2024
Lange zinnen kun je vaak eenvoudig herschrijven in kortere zinnen. Dat kun je op verschillende manieren aanpakken. Online vind je vele tips. Maar de tip over w-woorden vond ik nergens. Dat terwijl die ongelooflijk effectief is. Hieronder leg ik je uit hoe dat zit. Laat ik één ding vooropstellen: een tekst met alleen maar korte zinnen is onnatuurlijk. Dus dat is nu ook weer niet de bedoeling. Maar veel mensen schrijven vaak te veel lange zinnen. Daardoor wordt een tekst minder goed leesbaar. Met mijn tip over het omzetten van w-woorden in d-woorden, kun je zonder na te denken heel makkelijk langere zinnen in tweeën splitsen. En je tekst in een ommezien veel beter leesbaar maken. Wat zijn w-woorden en d-woorden? W-woorden kun je onderverdelen in een vragend voornaamwoord, vragende bijwoord en vragend voornaamwoordelijk bijwoord. Klinkt ingewikkeld, maar het gaat om doodeenvoudige woorden:
Cartoon van sprekende mensen van de zijkant gezien, links en rechts, met tekstballonnen ertussen.
24 jan., 2024
Ontdek in 5 simpele stappen hoe je levendige dialogen kunt schrijven. Maak je verhaal boeiender en de personages levensecht!
Share by: