logo

Show don't tell: weet wat je laat zien

schoolbord met daarop in witte 3d-letters 'show don't tell'./

Show, don't tell is een bekende schrijftechniek die vaak wordt gebruikt door schrijvers om hun verhalen levendiger en boeiender te maken. Essentieel dus voor een goede tekst.


Het idee achter show, don't tell is om de lezer beelden, emoties en gebeurtenissen te laten ervaren in plaats van simpelweg te vertellen wat er gebeurt. Zo kun je schrijven: ‘De zon scheen op het gebroken glas, waardoor duizenden regenbogen ontstonden’, in plaats van ‘het was een zonnige dag’.


Door te 'tonen' in plaats van te 'vertellen', nodig je de lezer uit om actief deel te nemen aan je verhaal, waardoor de beleving intenser en persoonlijker wordt. Het laat je verhaal tot leven komen en sleept je lezer mee in de wereld die je hebt gecreëerd.


Deze techniek is niet alleen nuttig voor romanschrijvers, maar kan ook je e-mails en zakelijke teksten verbeteren. Als je je boodschap op een beeldende manier overbrengt, kun je je lezer of klant beter overtuigen.


In dit artikel ga ik dieper in op wat show, don't tell precies inhoudt en hoe je het kunt toepassen in je teksten. 


Wat is ‘show, don't tell’?

‘Show, don’t tell’ is een schrijftechniek die vaak gebruikt wordt in literatuur en scenario’s. In plaats van alles letterlijk te vertellen, probeer je het verhaal te laten zien door middel van actie en dialoog. Het is als het ware alsof je een film voor de lezer afspeelt zodat ze de gebeurtenissen zelf kunnen ervaren. Zo krijgt je verhaal meer diepgang en wordt de lezer er meer bij betrokken.


Als ik je bijvoorbeeld vertel dat ik boos ben, dan is dat de 'tell' manier. Maar als ik laat zien hoe ik mijn vuist op tafel sla en met een rood hoofd tegen je schreeuw, dan laat ik als schrijver veel beter zien hoe boos ik ben. Zo kun je als lezer zelf de emoties en situaties invullen, en dat maakt een verhaal vaak veel boeiender.


Toepassen van ‘show, don't tell’ kan best lastig zijn, vooral in het begin. Daarom een paar tips. 


Probeer zo veel mogelijk gebruik te maken van concrete, zintuiglijke details. Laat je personages dingen doen, zeggen en voelen, zodat de lezer zich makkelijker in de situatie kan inleven. En vergeet niet dat actie en dialoog vaak sterker zijn dan lange beschrijvingen.


Natuurlijk is het niet altijd nodig om alles te 'showen'. Soms werkt 'telling' juist beter om informatie op een duidelijke en beknopte manier over te brengen. Het is een kwestie van de juiste balans vinden tussen de twee. 


Wanneer je merkt dat je verhaal wat saai of vlak aanvoelt, is het een goed idee om te kijken of je meer van deze techniek kunt toepassen.


Voordelen van de show don’t tell-techniek

Het grootste voordeel van show, don't tell is dat het je lezers dwingt om betrokken te zijn bij het verhaal. Ze moeten hun verbeelding gebruiken om de beelden en scènes te creëren die jij hebt bedacht. Dit zorgt ervoor dat ze meer betrokken raken met de personages en het verhaal makkelijker kunnen volgen.


Show, don’t tell maakt ook het schrijfproces uitdagender en verrijkt het. Je moet als schrijver echt outside-the-box denken, want je kunt niet zomaar zeggen dat een personage boos is. 


Je moet manieren vinden om die woede te laten zien, bijvoorbeeld door lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en interacties tussen personages. Dit helpt bij het ontwikkelen van je schrijfvaardigheid en maakt het eindresultaat veel boeiender.


Tot slot helpt show, don’t tell om clichés te vermijden. In plaats van steeds dezelfde formuleringen en uitdrukkingen te gebruiken, dwingt deze techniek je om creatiever te zijn in je beschrijvingen. Het resultaat: frisse en originele verhalen die moeilijker te voorspellen zijn en lezers echt kunnen verrassen.


Technieken voor ‘Show, Don’t Tell’


Beeldende beschrijving

Een techniek om ‘show, don’t tell’ toe te passen, is door het gebruik van beeldende beschrijvingen. In plaats van simpelweg te vertellen wat er gebeurt, probeer je de situatie zo te beschrijven dat je het als lezer voor je ziet


Bijvoorbeeld, in plaats van te zeggen ‘Jan was verdrietig’, zou ik kunnen schrijven: ‘Tranen stroomden over Jans wangen terwijl hij naar de grond staarde’. Op deze manier kun je je als lezer beter inleven in het verhaal en voel je meer betrokken.


Gebruik van dialogen

Een andere manier om ‘show, don’t tell’ toe te passen, is door het gebruik van dialogen. In plaats van te vertellen wat personages denken of voelen, laat je ze dat zelf uiten in een gesprek. Zo wordt het verhaal levendiger en krijg je meer inzicht in de karakters. 


Bijvoorbeeld, in plaats van te schrijven ‘Sara was boos op Tim’, kan ik een dialoog opnemen waarin Sara tegen Tim zegt: "Ik kan niet geloven dat je dat gedaan hebt! Je wist hoe belangrijk dit voor me was!" Zo komt Sara’s boosheid op een natuurlijke en overtuigende manier naar voren.


Gebruik van zintuiglijke details

Ten slotte helpt het gebruik van zintuiglijke details om ‘show, don’t tell’ in een tekst toe te passen. Door te focussen op wat personages horen, zien, ruiken, proeven en voelen, wordt de lezer meer ondergedompeld in de wereld van het verhaal. 


Ik kan bijvoorbeeld schrijven: "De geur van verbrand rubber vulde de lucht terwijl Liesbeth haastig door de straten liep, de zonnestralen prikkelden haar huid." Deze zintuiglijke beschrijvingen maken het verhaal rijker en meeslepender.


Door beeldende beschrijvingen, dialogen en zintuiglijke details te gebruiken, kun je het principe van ‘show, don’t tell’ in je teksten toepassen en zorgen voor een boeiend en levendig verhaal waarin je als lezer helemaal opgaat.

Groen bord met daarop in gele krijtletters de tekst 'Don't Tell Me - Show Me!.

Wat te vermijden bij ‘show, don’t tell’

Niks is perfect dus ook de techniek ‘show don’t tell’ niet. Er zijn namelijk twee dingen die je beter kunt vermijden: overbodige details en te veel interpretaties.


Overbodige details

Als je iets beschrijft, zorg er dan voor dat je alleen de cruciale details opneemt. Als het doel is om te laten zien hoe zenuwachtig een karakter is, focus dan op de fysieke symptomen zoals trillende handen of een zwetend voorhoofd. Het is niet nodig om te beschrijven hoe de de geur van brandende kaarsen de lucht vulde, tenzij het relevant is voor het verhaal.


Ga dus voor details die de scène tot leven brengen, maar probeer niet elk klein aspect te beschrijven. Dit maakt je tekst alleen maar onduidelijk en moeilijk om te lezen. Bovendien: als je te veel details geeft, krijgt de lezer weinig kans om zijn eigen verbeelding te gebruiken.


Te veel interpretaties

Een ander punt om op te letten is het vermijden van te veel interpretaties. Laat de lezer zelf conclusies trekken op basis van de beschreven acties en dialogen. Vertel niet direct wat de personages voelen en denken, maar laat het zien via hun gedrag. Met andere woorden: geef de lezer de puzzelstukjes en laat hem zelf de puzzel oplossen.


Als je te veel interpretaties geeft, krijgt de lezer het gevoel dat hij aan zijn handje wordt vastgehouden en onderschat je zijn intelligentie. Hierdoor wordt het verhaal minder boeiend en kan het zelfs irritatie opwekken.


Dus, als ijs ‘show, don’t tell’ gebruikt in je tekst, doe je er goed aan overbodige details en te veel interpretaties te vermijden. Op deze manier blijft het verhaal helder, boeiend en laat je jouw lezers hun eigen verbeelding werken.


Balans tussen ‘show’ en ‘tell’

Als schrijver is het belangrijk om te weten wanneer je iets moet laten zien (‘show’) en wanneer je iets moet vertellen (‘tell’). Een goede balans hiertussen maakt een tekst aantrekkelijk en effectief. 


Laten we eens kijken hoe we dit kunnen toepassen in onze teksten.


In veel gevallen is het beter om te laten zien dan te vertellen. ‘Show’ houdt je lezer geboeid en betrokken bij het verhaal. Stel je voor dat ik aan een vriend een spannende gebeurtenis wil vertellen. Ik zou kunnen zeggen: "Ik was zo bang." 


Maar het is veel sterker om te beschrijven hoe ik dit voelde: ‘Mijn hart bonkte in mijn keel en mijn handen trilden als een rietje’.


Toch zijn er momenten waarop ‘tell’ ook zijn waarde heeft. Soms is het efficiënter en duidelijker om iets rechtstreeks te vertellen, vooral als het niet cruciaal is voor het verhaal. 


Als ik bijvoorbeeld vertel over hoe ik naar de winkel ging en daarna naar huis, is het niet nodig om elke stap te laten zien. Ik kan gewoon zeggen: ‘Ik ging naar de winkel en daarna naar huis’.


Om een goed evenwicht te vinden tussen ‘show’ en ‘tell’, moet je als schrijver in staat zijn om te beoordelen welke informatie belangrijk is en welke niet. Het is essentieel om te weten welke momenten in je verhaal extra aandacht verdienen met ‘show’ en welke momenten kunnen worden samengevat met ‘tell’.


De kunst van het schrijven zit in het herkennen van wanneer je beide technieken moet toepassen. Dus, de volgende keer dat je een verhaal deelt, denk dan na over hoe je het beste de balans tussen ‘show’ en ‘tell’ kunt vinden, zodat je lezer zich betrokken voelt en geïntrigeerd door jouw woorden.


Hoe kan ‘show don’t tell’ bijdragen aan effectieve marketing?

‘Show don’t tell’ is een krachtig principe in de marketingwereld. Want in plaats van simpelweg te vertellen wat je product of dienst doet, is het beter om het te laten zien. Door voorbeelden te geven, wordt het verhaal boeiender en begrijpen mensen beter wat je bedoelt.


Eén van de voordelen van ‘show don’t tell’ is dat het de verbeelding van je doelgroep stimuleert. In plaats van alles voor te kauwen, geef je jouw doelgroep de mogelijkheid zelf te ontdekken wat je bedoelt. Hierdoor zal je boodschap beter blijven hangen bij je doelgroep en zullen potentiële klanten eerder geneigd zijn actie te ondernemen.


Het toepassen van ‘show don’t tell’ kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld, in plaats van te vertellen dat je product duurzaam is, kun je laten zien dat het gemaakt is van gerecyclede materialen of dat het een lange levensduur heeft. Dit maakt je verhaal geloofwaardiger en spreekt meer tot de verbeelding van je doelgroep.


Al met al is ‘show don’t tell’ een effectief instrument om je marketingstrategie naar een hoger niveau te tillen. Door het toepassen van dit principe zorg je ervoor dat je verhaal aantrekkelijker wordt en dat je boodschap beter aankomt bij je doelgroep. En dat kan net het verschil maken tussen succes en falen.


Conclusie

‘Show, don’t tell’ draait om het tonen van informatie door middel van actie en dialoog, in plaats van het simpelweg vertellen ervan.

Maar ‘show, don’t tell’ is niet altijd de beste aanpak. Soms is het nodig om informatie direct te vertellen, vooral als het niet relevant is voor het plot of de emoties van een verhaal. Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen beide technieken om je tekst boeiend en leesbaar te houden.

Twee bruine handen reiken naar elkaar ter illustratie van een post over hulpwerkwoorden.
24 jan., 2024
Hulpwerkwoorden: vaak onopvallende woordjes die een zin kunnen maken of breken. Hebben, zijn, worden, kunnen, mogen - ze lijken onmisbaar. Maar wat als je deze vaak overbodige hulpwerkwoorden eens weglaat? Wat blijkt, teksten worden zowaar sterker als je hulpwerkwoorden waar mogelijk schrapt. Het gaat om meer dan alleen een persoonlijke stijlkeuze ; het is een bewuste strategie om je tekst meer impact te geven. Dit proces van schrappen heeft alles te maken met actief schrijven . Door minder hulpwerkwoorden te gebruiken, forceer je jezelf om directer en concreter te zijn . Je zult ontdekken dat je zinnen krachtiger, je argumenten overtuigender en je hele tekst prettiger leesbaar worden. Het kan even puzzelen zijn, maar als je eenmaal wanneer je ze kunt weglaten en hoe je dat doet, schrijf je vlotter. In deze post leg ik je alles uit wat je moet weten. Lees dus vooral verder! Belangrijkste punten van deze post: Schrappen van hulpwerkwoorden maakt je tekst krachtiger; Actief schrijven betrekt lezers beter en verduidelijkt je boodschap; Minder hulpwerkwoorden zorgen voor een vlottere en duidelijkere tekst. Wanneer hulpwerkwoorden schrappen? Als je schrijft, wil je dat je teksten helder en krachtig overkomen. Het schrappen van overbodige hulpwerkwoorden draagt hier in grote mate aan bij. Identificeren van overbodige hulpwerkwoorden Check eerst of hulpwerkwoorden echt nodig zijn. Vaak gebruik je automatisch woorden als 'zullen', 'kunnen' of 'worden'. Dat maakt zinnen onnodig lang en soms vaag. Als je merkt dat een zin ook zonder deze woorden duidelijk is, dan is dat een teken om ze te schrappen. Verbeteren van zinsconstructies Door het schrappen van hulpwerkwoorden, dwing je jezelf tot het verbeteren van je zinsconstructies. Maak je taalgebruik actiever, vermijd overbodige vormen zoals ‘zullen’, ‘zouden’, ‘gaan’ en ‘mogen’ en gebruik meer to-the-point-uitspraken. Vergelijk maar eens 'Het zal worden overwogen' met 'We overwegen het'. Welke van deze twee zinnen spreekt je meer aan? De tweede variant is directer en houdt je lezer meer betrokken. Vermijd passief schrijven Passief schrijven maakt teksten vaak log en onpersoonlijk. Een passieve zin is een zin waarin het onderwerp niet de handeling uitvoert, maar ondergaat. Probeer daarom actieve zinnen te formuleren door te kijken wie of wat handelt . Verander bijvoorbeeld de passieve zin 'De bal wordt door de jongen geschopt' in de actieve zin 'De jongen schopt de bal'. Hiermee zorg je voor meer dynamiek en energie in je tekst. Het belang van actief schrijven Actief schrijven maakt je teksten directer en daardoor prettiger leesbaar. Het gaat hierbij om het gebruik van de bedrijvende vorm, waarbij het onderwerp van de zin de actie uitvoert. In plaats van te zeggen 'de bal wordt door de jongen geschopt', zeg je 'de jongen schopt de bal'. Je ziet het verschil: de zin wordt energieker en komt sneller ter zake. Waarom kiezen voor een actieve schrijfstijl? Teksten zijn levendiger als je de hulpwerkwoorden schrapt; Teksten worden korter en krachtiger; Informatie is makkelijker te verwerken; Het geeft een overtuigender gevoel, alsof je meer betrokken bent bij het onderwerp. Denk aan hoe je overkomt als je passieve zinnen en termen als ‘worden’ en ‘zijn’ te veel gebruikt. In een actieve zin ben je de baas over je eigen woorden . Hierdoor creëer je een sterkere verbinding met je lezers, omdat ze voelen dat je met hen praat, niet alleen tegen hen. Dit betekent niet dat je nooit passieve zinnen moet gebruiken, maar als je de mogelijkheid hebt om actief te schrijven, doe dat dan vooral! Zorg ervoor dat je zinnen vol energie zitten. Zo ben je de leider van je verhaal. Door een actieve stijl te gebruiken, maak je je tekst levendiger en actiever, wat weer een positief effect heeft op hoe je boodschap wordt ontvangen. Wil je meer weten over het oh zo belangrijke actief schrijven , klik dan op de link. Soorten hulpwerkwoorden en hun functies Nu wil ik hier zeker niet de indruk wekken dat hulpwerkwoorden overbodig zijn. Ze bestaan niet voor niets. Hulpwerkwoorden zijn soms onmisbaar om nuances in je zinnen aan te brengen . Je gebruikt ze om tijd, modaliteit en een passieve toon te verwerken. Modaliteit en hulpwerkwoorden Modaliteit gaat over wat jij als spreker denkt over de actie die je beschrijft. Er zijn verschillende hulpwerkwoorden van modaliteit die je helpen uiten wat je mogelijk, noodzakelijk of wenselijk vindt. Voorbeelden hiervan zijn kunnen, mogen, willen, zullen en zouden. Elk van deze werkwoorden geeft een andere nuance aan. Kunnen geeft een mogelijkheid of capaciteit aan; Mogen duidt op toestemming; Willen staat voor een wens of verlangen; Zullen wordt gebruikt om de toekomst of een verwachting aan te duiden; Zouden is om over een voorwaardelijke situatie te praten. Hulpwerkwoorden in combinatie met andere werkwoorden Hulpwerkwoorden komen vaak voor in combinatie met een ander werkwoord. Daarom heten ze tenslotte hulpwerkwoord. Samen vormen ze een samengestelde werkwoordstijd of drukken ze een modaliteit uit. In deze combinaties is het hulpwerkwoord niet zelfstandig; het ondersteunt het hoofdwerkwoord om de betekenis te vormen. Voorbeeld: In de zin 'Ik kan zwemmen', is 'kan' het hulpwerkwoord dat de mogelijkheid toevoegt aan het zelfstandig werkwoord 'zwemmen'. Hulpwerkwoorden in de lijdende vorm Voor een lijdende vorm gebruik je hulpwerkwoorden als 'worden' en 'zijn' om aan te geven dat iets door iemand anders gedaan wordt. Hierbij ligt de focus op de handeling die ontvangen wordt in plaats van op degene die de handeling uitvoert. Voorbeelden: 'De brief wordt geschreven' toont aan dat het schrijven van de brief momenteel gebeurt; In de voltooide lijdende vorm, zoals 'De brief is geschreven' geeft 'is' aan dat de actie is afgerond. Strategieën voor het schrappen van hulpwerkwoorden Als je teksten schrijft, wil je natuurlijk dat jouw boodschap helder en overtuigend is. Overbodige hulpwerkwoorden schrappen is daarvoor een uitstekende manier. Hieronder heb ik een paar tactieken opgesomd die je daarbij kunnen helpen. Slimme keuzes in woordgebruik Goed, het moge inmiddels duidelijk zijn dat je hulpwerkwoorden zoveel mogelijk probeert te vermijden. Dit doe je door jezelf af te vragen of ze echt iets toevoegen aan de zin . Vaak kun je een zin sterker maken door direct het hoofdwerkwoord te gebruiken. Verander bijvoorbeeld 'hij is aan het lopen' in 'hij loopt'. Zo schrijf je meteen een meer actieve zin. Het belang van sterke werkwoorden Gebruik sterke werkwoorden om je tekst levendiger te maken. Zo kun je hulpwerkwoorden vermijden. Want sterke werkwoorden hebben meer zeggingskracht en laten vaak een hulpwerkwoord weg. Ze geven de lezer een helder beeld en zorgen ervoor dat je actief schrijft. Kijk bijvoorbeeld naar de zin 'Ze kunnen winnen' en vergelijk die met de zin 'Ze winnen'; de tweede optie is directer en krachtiger. Al is de betekenis hier niet hetzelfde, dus let altijd op de context. Schrappen in verschillende schrijffasen Zie het schrapen van hulpwerkwoorden als een proces dat meerdere schrijffasen bestrijkt. Begin bij de eerste versie van je tekst door gewoon te schrijven. Laat de tekst dan even liggen en pak 'm er opnieuw bij om te schrappen. De beste keuze kun je vaak maken met een frisse blik, waarmee je vervolgens onnodige hulpwerkwoorden weglaat en (dus) je tekst aanscherpt. Zet je zinnen kracht bij Gebruik concrete en to-the-point formuleringen om je zinnen krachtiger te maken. Dit maakt je boodschap duidelijker en geeft de lezer meer vertrouwen in wat je zegt, vooral als je woorden die twijfel uitdrukken (zoals misschien, mogelijk, wellicht en waarschijnlijk), die vaak overbodig zijn, vermijdt. Tip: probeer bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven) en bijwoorden (adverbials) die weinig toevoegen ook zoveel mogelijk weg te laten. Tips voor het redigeren van teksten Als je je eerste versie hebt geschreven, redigeer je tekst dan grondig. Kijk of je passieve zinnen met ‘worden’ en ‘zijn’ naar actieve zinnen kunt ombuigen en verwijder woorden die niets toevoegen. Tip: lees je teksten hardop voor om te horen waar de tekst niet soepel loopt of onduidelijk is. Het effect van hulpwerkwoorden op leesbaarheid en duidelijkheid Hulpwerkwoorden kunnen een tekst onnodig lang en minder duidelijk maken. Het slim inzetten of weglaten ervan verbetert vaak zowel de leesbaarheid als de duidelijkheid. Waarom hulpwerkwoorden de leesbaarheid beïnvloeden Hulpwerkwoorden zijn vaak ballast in je zinnen. Ze maken een tekst langer dan nodig zonder extra informatie te geven. Dat is niet handig. Zeker niet bij nieuwsbrieven, e-mails of webteksten; je wil snel tot de kern komen. Een zin met bijvoorbeeld tien woorden kun je terugbrengen naar zes of zeven. Dit maakt je tekst niet alleen korter, maar ook prettiger leesbaar. Stel dat je een opsomming maakt, dan leest een directe stijl veel vlotter. Met hulpwerkwoord: je zou ervoor kunnen zorgen dat je teksten korter en krachtiger overkomen; Zonder hulpwerkwoord: maak je teksten korter en krachtiger. Duidelijkheid en bondigheid in schrijven Hulpwerkwoorden weghalen helpt om zinnen bondiger te maken en dus duidelijker. Bij nieuwsbrieven bijvoorbeeld, wil je dat je lezer meteen snapt waar het om gaat. Kijk eens kritisch naar je voorbeeldzinnen en let op het gebruik van ‘worden’ en ‘zijn’. Haal weg wat niet nodig is en je houdt een heldere boodschap over, zonder voltooid deelwoord-constructies met 'worden'. Met hulpwerkwoord: het kan zijn dat je lezers niet direct begrijpen wat je bedoelt; Zonder hulpwerkwoord: zorg dat je lezers direct begrijpen wat je bedoelt. Veelgestelde vragen Hoe kan overmatig gebruik van hulpwerkwoorden je tekst beïnvloeden? Overmatig gebruik van hulpwerkwoorden kan je tekst onnodig lang en minder direct maken. Het kan de aandacht van de kernboodschap afleiden. Dat leidt tot een zwakkere overtuigingskracht. Hoe draagt het verminderen van hulpwerkwoorden bij aan de kracht van je boodschap? Hulpwerkwoorden schrappen zorgt voor een bondigere en sterkere zinsbouw. Hierdoor staan je hoofdwerkwoorden en -boodschappen centraal, wat je argumenten krachtiger maakt. Wat zijn de voordelen van het elimineren van overbodige hulpwerkwoorden in teksten? Door overbodige hulpwerkwoorden te schrappen, maak je jouw tekst directer en beter leesbaar. Dit verbetert de helderheid en zorgt dat je lezer sneller tot de kern komt. Kun je een voorbeeld geven van een tekst voor en na het schrappen van hulpwerkwoorden? Zeker! Voor: 'Je zou kunnen overwegen om je inschrijving te bevestigen'. Na: 'Bevestig je inschrijving'. De aangepaste versie is directer en actiever.
Roze bijl op een helblauwe achtergrond ter illustratie van het splitsen van een zin in twee zinnen.
24 jan., 2024
Lange zinnen kun je vaak eenvoudig herschrijven in kortere zinnen. Dat kun je op verschillende manieren aanpakken. Online vind je vele tips. Maar de tip over w-woorden vond ik nergens. Dat terwijl die ongelooflijk effectief is. Hieronder leg ik je uit hoe dat zit. Laat ik één ding vooropstellen: een tekst met alleen maar korte zinnen is onnatuurlijk. Dus dat is nu ook weer niet de bedoeling. Maar veel mensen schrijven vaak te veel lange zinnen. Daardoor wordt een tekst minder goed leesbaar. Met mijn tip over het omzetten van w-woorden in d-woorden, kun je zonder na te denken heel makkelijk langere zinnen in tweeën splitsen. En je tekst in een ommezien veel beter leesbaar maken. Wat zijn w-woorden en d-woorden? W-woorden kun je onderverdelen in een vragend voornaamwoord, vragende bijwoord en vragend voornaamwoordelijk bijwoord. Klinkt ingewikkeld, maar het gaat om doodeenvoudige woorden:
Cartoon van sprekende mensen van de zijkant gezien, links en rechts, met tekstballonnen ertussen.
24 jan., 2024
Ontdek in 5 simpele stappen hoe je levendige dialogen kunt schrijven. Maak je verhaal boeiender en de personages levensecht!
Share by: