Hulpwerkwoorden: vaak onopvallende woordjes die een zin kunnen maken of breken. Hebben, zijn, worden, kunnen, mogen - ze lijken onmisbaar. Maar wat als je deze vaak overbodige hulpwerkwoorden eens weglaat?
Wat blijkt, teksten worden zowaar sterker als je hulpwerkwoorden waar mogelijk schrapt. Het gaat om meer dan alleen een persoonlijke stijlkeuze; het is een bewuste strategie om je tekst meer impact te geven.
Dit proces van schrappen heeft alles te maken met actief schrijven.
Door minder hulpwerkwoorden te gebruiken, forceer je jezelf om directer en concreter te zijn. Je zult ontdekken dat je zinnen krachtiger, je argumenten overtuigender en je hele tekst prettiger leesbaar worden.
Het kan even puzzelen zijn, maar als je eenmaal wanneer je ze kunt weglaten en hoe je dat doet, schrijf je vlotter.
In deze post leg ik je alles uit wat je moet weten. Lees dus vooral verder!
Belangrijkste punten van deze post:
Als je schrijft, wil je dat je teksten helder en krachtig overkomen. Het schrappen van overbodige hulpwerkwoorden draagt hier in grote mate aan bij.
Check eerst of hulpwerkwoorden echt nodig zijn. Vaak gebruik je automatisch woorden als 'zullen', 'kunnen' of 'worden'. Dat maakt zinnen onnodig lang en soms vaag. Als je merkt dat een zin ook zonder deze woorden duidelijk is, dan is dat een teken om ze te schrappen.
Door het schrappen van hulpwerkwoorden, dwing je jezelf tot het verbeteren van je zinsconstructies. Maak je taalgebruik actiever, vermijd overbodige vormen zoals ‘zullen’, ‘zouden’, ‘gaan’ en ‘mogen’ en gebruik meer to-the-point-uitspraken.
Vergelijk maar eens 'Het zal worden overwogen' met 'We overwegen het'. Welke van deze twee zinnen spreekt je meer aan?
De tweede variant is directer en houdt je lezer meer betrokken.
Passief schrijven maakt teksten vaak log en onpersoonlijk.
Een passieve zin is een zin waarin het onderwerp niet de handeling uitvoert, maar ondergaat.
Probeer daarom actieve zinnen te formuleren door te kijken wie of wat handelt. Verander bijvoorbeeld de passieve zin 'De bal wordt door de jongen geschopt' in de actieve zin 'De jongen schopt de bal'. Hiermee zorg je voor meer dynamiek en energie in je tekst.
Actief schrijven maakt je teksten directer en daardoor prettiger leesbaar. Het gaat hierbij om het gebruik van de bedrijvende vorm, waarbij het onderwerp van de zin de actie uitvoert.
In plaats van te zeggen 'de bal wordt door de jongen geschopt', zeg je 'de jongen schopt de bal'. Je ziet het verschil: de zin wordt energieker en komt sneller ter zake.
Waarom kiezen voor een actieve schrijfstijl?
Denk aan hoe je overkomt als je passieve zinnen en termen als ‘worden’ en ‘zijn’ te veel gebruikt.
In een actieve zin ben je de baas over je eigen woorden. Hierdoor creëer je een sterkere verbinding met je lezers, omdat ze voelen dat je met hen praat, niet alleen tegen hen.
Dit betekent niet dat je nooit passieve zinnen moet gebruiken, maar als je de mogelijkheid hebt om actief te schrijven, doe dat dan vooral!
Zorg ervoor dat je zinnen vol energie zitten. Zo ben je de leider van je verhaal. Door een actieve stijl te gebruiken, maak je je tekst levendiger en actiever, wat weer een positief effect heeft op hoe je boodschap wordt ontvangen.
Wil je meer weten over het oh zo belangrijke actief schrijven, klik dan op de link.
Nu wil ik hier zeker niet de indruk wekken dat hulpwerkwoorden overbodig zijn. Ze bestaan niet voor niets. Hulpwerkwoorden zijn soms onmisbaar om nuances in je zinnen aan te brengen.
Je gebruikt ze om tijd, modaliteit en een passieve toon te verwerken.
Modaliteit gaat over wat jij als spreker denkt over de actie die je beschrijft. Er zijn verschillende hulpwerkwoorden van modaliteit die je helpen uiten wat je mogelijk, noodzakelijk of wenselijk vindt. Voorbeelden hiervan zijn kunnen, mogen, willen, zullen en zouden.
Elk van deze werkwoorden geeft een andere nuance aan.
Hulpwerkwoorden komen vaak voor in combinatie met een ander werkwoord. Daarom heten ze tenslotte hulpwerkwoord. Samen vormen ze een samengestelde werkwoordstijd of drukken ze een modaliteit uit.
In deze combinaties is het hulpwerkwoord niet zelfstandig; het ondersteunt het hoofdwerkwoord om de betekenis te vormen.
Voorbeeld:
Voor een lijdende vorm gebruik je hulpwerkwoorden als 'worden' en 'zijn' om aan te geven dat iets door iemand anders gedaan wordt. Hierbij ligt de focus op de handeling die ontvangen wordt in plaats van op degene die de handeling uitvoert.
Voorbeelden:
Als je teksten schrijft, wil je natuurlijk dat jouw boodschap helder en overtuigend is. Overbodige hulpwerkwoorden schrappen is daarvoor een uitstekende manier. Hieronder heb ik een paar tactieken opgesomd die je daarbij kunnen helpen.
Goed, het moge inmiddels duidelijk zijn dat je hulpwerkwoorden zoveel mogelijk probeert te vermijden. Dit doe je door jezelf af te vragen of ze echt iets toevoegen aan de zin.
Vaak kun je een zin sterker maken door direct het hoofdwerkwoord te gebruiken. Verander bijvoorbeeld 'hij is aan het lopen' in 'hij loopt'. Zo schrijf je meteen een meer actieve zin.
Gebruik sterke werkwoorden om je tekst levendiger te maken. Zo kun je hulpwerkwoorden vermijden.
Want sterke werkwoorden hebben meer zeggingskracht en laten vaak een hulpwerkwoord weg. Ze geven de lezer een helder beeld en zorgen ervoor dat je actief schrijft.
Kijk bijvoorbeeld naar de zin 'Ze kunnen winnen' en vergelijk die met de zin 'Ze winnen'; de tweede optie is directer en krachtiger. Al is de betekenis hier niet hetzelfde, dus let altijd op de context.
Zie het schrapen van hulpwerkwoorden als een proces dat meerdere schrijffasen bestrijkt. Begin bij de eerste versie van je tekst door gewoon te schrijven. Laat de tekst dan even liggen en pak 'm er opnieuw bij om te schrappen.
De beste keuze kun je vaak maken met een frisse blik, waarmee je vervolgens onnodige hulpwerkwoorden weglaat en (dus) je tekst aanscherpt.
Gebruik concrete en to-the-point formuleringen om je zinnen krachtiger te maken. Dit maakt je boodschap duidelijker en geeft de lezer meer vertrouwen in wat je zegt, vooral als je woorden die twijfel uitdrukken (zoals misschien, mogelijk, wellicht en waarschijnlijk), die vaak overbodig zijn, vermijdt.
Als je je eerste versie hebt geschreven, redigeer je tekst dan grondig. Kijk of je passieve zinnen met ‘worden’ en ‘zijn’ naar actieve zinnen kunt ombuigen en verwijder woorden die niets toevoegen.
Hulpwerkwoorden kunnen een tekst onnodig lang en minder duidelijk maken. Het slim inzetten of weglaten ervan verbetert vaak zowel de leesbaarheid als de duidelijkheid.
Hulpwerkwoorden zijn vaak ballast in je zinnen. Ze maken een tekst langer dan nodig zonder extra informatie te geven. Dat is niet handig. Zeker niet bij nieuwsbrieven, e-mails of webteksten; je wil snel tot de kern komen.
Een zin met bijvoorbeeld tien woorden kun je terugbrengen naar zes of zeven. Dit maakt je tekst niet alleen korter, maar ook prettiger leesbaar. Stel dat je een opsomming maakt, dan leest een directe stijl veel vlotter.
Hulpwerkwoorden weghalen helpt om zinnen bondiger te maken en dus duidelijker. Bij nieuwsbrieven bijvoorbeeld, wil je dat je lezer meteen snapt waar het om gaat. Kijk eens kritisch naar je voorbeeldzinnen en let op het gebruik van ‘worden’ en ‘zijn’.
Haal weg wat niet nodig is en je houdt een heldere boodschap over, zonder voltooid deelwoord-constructies met 'worden'.
Overmatig gebruik van hulpwerkwoorden kan je tekst onnodig lang en minder direct maken. Het kan de aandacht van de kernboodschap afleiden. Dat leidt tot een zwakkere overtuigingskracht.
Hulpwerkwoorden schrappen zorgt voor een bondigere en sterkere zinsbouw. Hierdoor staan je hoofdwerkwoorden en -boodschappen centraal, wat je argumenten krachtiger maakt.
Door overbodige hulpwerkwoorden te schrappen, maak je jouw tekst directer en beter leesbaar. Dit verbetert de helderheid en zorgt dat je lezer sneller tot de kern komt.
Zeker! Voor: 'Je zou kunnen overwegen om je inschrijving te bevestigen'. Na: 'Bevestig je inschrijving'. De aangepaste versie is directer en actiever.